Het zwart geel rood model
Voor het
beoordelen van wonden op een eenvoudige wijze is het zwart geel
rood model ontwikkeld:
zwart |
= zwarte necrose |
geel |
= gele necrose of fibrine |
rood |
= granulatie weefsel |
Zwarte
kleuren worden meestal gezien bij arteriële afsluiting, waarbij
een gedeelte van epidermis en dermis acuut afsterven, soms tot
op grote diepte. De zwarte tinten worden gevormd door de
gemummificeerde epidermis en haemorrhagische necrose.
Gestagneerd en gestold bloed is nog overal aanwezig in het
afgestorven weefsel en geeft het de donkere kleuren. Gele
kleuren verschijnen na de verwijdering van zwart necrotisch
weefsel, en zijn vanaf het begin zichtbaar bij langzamer
progressieve ulceraties zoals het ulcus cruris venosum. De gele
kleuren worden gevormd door een combinatie van niet
gevasculariseerd vet en bindweefsel, een fibrine laag, en
exsudaat met leukocyten. Zowel het zwarte als het gele materiaal
dient te worden verwijderd, en dit proces wordt debridement
genoemd. Rode kleuren verschijnen na de debridement fase, de
wond wordt gevuld met rood, gezond granulatieweefsel, bestaande
uit nieuwgevormde capillairen en fibroblasten. Alle drie de
componenten zwart geel en rood kunnen tegelijkertijd aanwezig
zijn in een ulcus (zie voorbeeld hieronder). De behandeling moet
dan gericht zijn op de ergste component (zwarte necrose), want
dat gedeelte zal de genezing het meest vertragen. De meest
effectieve behandeling van zwarte necrose is excisie (onder
lokale of algehele anesthesie.
Ulcus cruris op basis van gecombineerde veneuze en arteriële
insufficiëntie.
Door over de foto te gaan met de muis worden
de componenten benoemd.
De zwarte gebieden zijn goed te
herkennen als necrose en het beleid is duidelijk: verwijderen
met de meest agressieve methoden. De rode gebieden zijn ook
duidelijk: dit is granulatieweefsel, nieuw gevormde capillairen,
al weer een teken van herstel. Dit gedeelte hoeft alleen maar te
worden beschermd en vochtig gehouden. De huid groeit er vanzelf
overheen vanaf de randen, dit gebeurt ook al rechtsonder. Maar
over de gele component moet goed worden nagedacht. Dit kan gele
necrose zijn, zoals onder de zwarte necrose zit, en dit moet er
uit. Het liefst scherp verwijderen. De bovenste laag van gele
necrose kan een tot enkele dagen na een necrotectomie overigens
opnieuw bruin of zwart verkleuren. Maar ook het subcutane vet en
de dermis zijn geel, dit is goed te zien in het gedeelte net
boven het granulatieweefsel. Dit gebied moet juist blijven
staan, als we daar gaan snijden wordt de wond alleen maar dieper
en wordt de genezing vertraagd. Dit gedeelte wordt vanzelf
doorgroeid met nieuw granulatieweefsel. Ook pus en exsudaat
(serum) is geel. Dit is er af te vegen met een gaas. Bij veneuze
ulcera is er ook nog een gelig fibrine beslag aanwezig. Omdat de
capillairen lek zijn, lekt veel fibrinogeen uit de vaten. Dit
wordt na contact met weefsel omgezet in het eiwit fibrine. Dit
eiwitbeslag kan enkele millimeters dik zijn en is niet zo
makkelijk te verwijderen. Met een scherpe lepel (curette) kan
het van het wondbed worden afgeschraapt.
Samenvattend: bij
zwart en rood is het duidelijk wat het is en wat er moet
gebeuren, geel vereist een nauwkeurige blik en nadenken.